Er zijn een aantal kwaaltjes waaraan jonge baby's kunnen lijden en hoewel de meeste gemakkelijk kunnen worden behandeld, kunnen nieuwe ouders zich toch een beetje ongerust maken. Hier vind je een handige gids voor de meest voorkomende gezondheidsklachten bij baby's.
Veel jonge baby's zijn een bepaald gedeelte van de dag onrustig en huilen omdat ze zich ongemakkelijk voelen, en toch lijken ze geen honger te hebben. Dit is veelal te wijten aan darmkrampjes. Meestal ontstaan deze krampjes in de late namiddag en avond, en vanaf vijf maanden oud hebben baby's er vaak geen last meer van.
De oorzaken zijn onbekend en darmkrampjes zijn dan ook moeilijk te behandelen, maar sussen, troosten en de baby masseren kunnen helpen. Meer tips om je baby door deze moeilijke periode te helpen, vind je in het gedeelte over darmkrampjes.
Oprispingen komen bij de meeste jonge baby's voor. Een kleine hoeveelheid melk vloeit vanuit de maag terug naar de mond, zonder dat dit schadelijk is. Baby's met lichte oprispingen groeien en gedijen normaal, en ze groeien er vanzelf overheen.
Wanneer je baby spuugt, komen er grote hoeveelheden melk terug. Dit kan het gevolg zijn van te veel voeding of van een infectie. Als het spugen van je baby overgaat in projectielbraken, vraag dan advies aan een deskundige.
Als je baby last heeft van reflux, komt de maaginhoud omhoog in de luchtpijp, maar niet altijd tot in de mond. Dat zorgt voor onrust bij je baby, maar je realiseert je misschien niet dat reflux het probleem veroorzaakt.
Een ernstigere vorm van reflux of terugvloeien wordt gastro-oesofagale reflux genoemd en kan leiden tot hevige huilbuien. Deze vorm van reflux verdwijnt in de loop van de tijd vanzelf, maar kan het hele eerste jaar en soms ook langer aanhouden.
Vaker per dag kleinere voedingen geven kan hierbij helpen, dus probeer om de drie uur te voeden in plaats van om de vier uur. Bij baby's die borstvoeding krijgen, wil het nog wel eens helpen om een andere voedingshouding te kiezen of op een andere manier aan te leggen.
Een deskundige adviseert mogelijk dikkere voeding als je baby flesvoeding krijgt of schrijft een mild anti-refluxmedicijn voor.
Soms wordt gastro-oesofagale reflux veroorzaakt door koemelkallergie en een kinderarts kan bij wijze van proef een koemelkvrij dieet voorschrijven.
Diarree komt vaak voor bij baby's, vooral als ze hun eerste tandjes krijgen.
Buikgriep of gastro-enteritis wordt veroorzaakt door een bacteriële of virusinfectie. Het komt vaker voor bij baby's die flesvoeding krijgen, omdat er meer kans is op besmetting met bacteriën bij het klaarmaken van de voeding. Vooral baby's jonger dan zes maanden zijn vatbaar voor gastro-enteritis en uitdroging, daarom is soms opname in het ziekenhuis nodig.
Gastro-enteritis komt zelden voor bij baby's die alleen borstvoeding krijgen, maar als ze het wel oplopen, is het belangrijk om door te gaan met de borstvoeding, anders raken ze uitgedroogd. In ernstige gevallen wordt orale dehydratieoplossing gegeven.
Doorlopende diarree na acute gastro-enteritis kan worden veroorzaakt door een tijdelijke lactose-intolerantie. Met borstvoeding kun je gewoon doorgaan, maar als je flesvoeding geeft, kun je overstappen op lactosevrij melkpoeder. Als je baby al vaste hapjes krijgt, vraag dan advies als je geen voedingsmiddelen meer wilt gebruiken die melk of lactose bevatten. Dit kan alleen onder toezicht van een medicus en op advies van een voedingsdeskundige.
Obstipatie wordt omschreven als moeite met, vertraging van of pijn bij de ontlasting.
In de eerste drie tot vier maanden horen baby's regelmatig zachte, heldergele ontlasting te hebben, minstens twee tot drie keer per dag. Vanaf drie tot vier maanden heeft de baby minder vaak ontlasting en het is niet ongebruikelijk dat er dagen voorbijgaan zonder volle luier. Zolang de baby gezond en vrolijk is, is er geen reden tot bezorgdheid. Vanaf dat je vast voedsel gaat geven, kan de frequentie en de kleur van de ontlasting veranderen.
Obstipatie komt zelden voor bij baby's die borstvoeding krijgen, maar als dit wel het geval is, kan het zijn dat je baby niet genoeg melk krijgt. Dit kan komen doordat de baby niet goed zuigt of omdat je de baby niet goed aanlegt. Vraag de verloskundige of het consultatiebureau om te controleren of je goed aanlegt en of de baby goed zuigt.
Bij baby's die flesvoeding krijgen, komt obstipatie vaker voor. Baby's die overstappen van borstvoeding op flesvoeding ontwikkelen vaak obstipatie. Een oorzaak hiervan kan het calciumzout in de flesvoeding zijn, dat de ontlasting bij sommige baby's harder maakt. Andere oorzaken kunnen zijn:
Vraag advies aan een deskundige als de obstipatie aanhoudt.
Als je baby niet genoeg drinkt, blijft de groei achter. In de eerste levensdagen verliezen baby's wat gewicht, maar na tien of veertien dagen moeten ze weer op gewicht zijn.
Gedurende het eerste levensjaar verschilt het groeipatroon van baby's die borstvoeding krijgen en baby's die flesvoeding krijgen enigszins. Baby's die borstvoeding krijgen, groeien de eerste drie tot vier maanden sneller en dan vanaf ongeveer de vijfde maand minder snel dan baby's die flesvoeding krijgen.
Weeg je baby niet vaker dan eens in de twee weken. Als je vaker weegt, krijg je meestal geen nauwkeurig beeld van gewichtstoename of gewichtsverlies.
Tekenen van achterblijvende groei zijn:
Als je baby te vroeg geboren is, moet je de speciale flesvoeding voor te vroeg geborenen of de flesvoeding met extra energie blijven gebruiken, die is voorgeschreven door de kinderarts of diëtist.
De informatie in deze artikelen is uitsluitend bedoeld als algemeen advies en dient op geen enkele wijze ter vervanging van deskundig medisch advies. Als jij of je gezin of je kindje lijdt aan bepaalde symptomen of aandoeningen die ernstig of langdurig zijn, of als je specifiek medisch advies nodig hebt, neem dan contact op met een arts. Philips AVENT kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van de informatie die op deze website wordt verstrekt.