De meeste Bluetooth-apparaten moeten worden “gekoppeld” voordat ze met andere Bluetooth-apparaten kunnen communiceren. Dit koppelen moet eenmaal worden uitgevoerd (tenzij het koppelen op een van de beide apparaten wordt verwijderd of overschreven). Tijdens het koppelen maken beide apparaten gebruik van een gedeeld, geheim “wachtwoord“. Voor Philips Bluetooth-headsets is het wachtwoord “0000“.
De meeste Bluetooth-headsets moeten zich in een speciale koppelmodus bevinden voordat het koppelen kan worden gestart. Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding van de headset. Start als de headset zich in de koppelmodus bevindt een zoekopdracht naar de Bluetooth-headset in het Bluetooth- of verbindingsmenu van de mobiele telefoon. U ziet het typenummer van de headset in het menu van de telefoon. Selecteer de headset en voer het wachtwoord in (4 nullen).
Bij sommige telefoons dient u na het koppelen in een afzonderlijke stap verbinding met de headset te maken voordat u er gebruik van kunt maken. Bepaalde mobiele telefoons maken na het koppelen automatisch verbinding met de headset of vragen u of u de telefoon in de toekomst automatisch verbinding wilt laten maken met de headset als de headset wordt ingeschakeld.
De Philips SHB6110, SHB7110 en SHB9000 zijn voorzien van Easy Pairing en bevinden zich automatisch in de koppelmodus nadat u ze uit de doos hebt gehaald en hebt ingeschakeld, of wanneer ze worden ingeschakeld en geen verbinding kunnen maken met een apparaat waarmee ze eerder zijn gekoppeld.
Zodra de twee apparaten (bijv. een headset en een mobiele telefoon) zijn “gekoppeld“, hoeft dit proces niet meer te worden herhaald. De headset en de telefoon moeten echter opnieuw op elkaar worden aangesloten als een van de twee uit heeft gestaan of buiten het bereik is geweest. Mogelijk moet dit op de telefoon en met een druk op een knop van de headset worden bevestigd. Dit is afhankelijk van de instellingen van de telefoon en de Bluetooth-headset. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw mobiele telefoon.