Clinical Services

Bruikbare inzichten en praktisch advies

Veranderingen die een aanzienlijk verschil maken.

Alarmmoeheid bestrijden: stap voor stap

Best practices op het gebied van alarm management zijn lastig te definiëren, omdat alarminstellingen die effectief zijn op een bepaalde afdeling en voor een bepaalde patiëntpopulatie niet overal geschikt voor zijn.

Dit vormt een uitdaging voor hoofdverpleegkundigen, afdelingshoofden en kwaliteitsmanagers. Er is een grote behoefte aan beter alarm management. Zonder duidelijke, op feiten gebaseerde best practice is de aanpak van het probleem echter niet eenvoudig.

Hoewel de strategieën moeten worden aangepast aan de unieke situatie in elk ziekenhuis of op elke afdeling, zijn er eenvoudige stappen te nemen op basis van experts op dit gebied.

Succesvolle actieplannen moeten uiteraard proactief worden uitgevoerd in plaats van te kiezen voor ad-hocoplossingen die ontstaan tijdens de zorg.1

Tip 1

Effectieve protocollen voor ECG-elektroden handhaven2


Waarom: Zwak elektrodencontact en slechte onderhoudsroutines dragen bij aan valse alarmen.

Hoe: Ontwikkelen en handhaven van een routine voor elektrodenbeheer, waaronder een regelmatige inspectie van elektroden, afleidingsdraden en kabels. Zorgen voor volledig inzicht in een juiste voorbereiding van de huid en plaatsing van de elektroden.

Resultaat: Implementatie van consistente, op best practices gebaseerde protocollen kan artefacten beperken, en daarmee het aantal valse alarmen verminderen.

Miniatuur Vertragings- en drempelinstellingen op SpO2-monitors aanpassen

Tip 2

Vertragings- en drempelinstellingen op SpO2-monitors aanpassen3


Waarom: Artsen kunnen de prestaties van een SpO2-monitor optimaliseren door de instellingen aan te passen zodat deze een betrouwbaar alarm afgeven als er actie ondernomen moet worden.

Hoe: Multidisciplinaire alarm-managementteams kunnen alarmrapporten bestuderen om te bepalen welke alarmen onnodig zijn en wijzigingen in de instellingen identificeren.

Resultaat: Een kleine verandering, zoals het verlagen van de SpO2-ondergrens met 1 procent, kan het aantal onnodige alarmsignalen aanzienlijk terugdringen. Hetzelfde geldt voor de toepassing van vertragingen in alarmsignalen om automatische alarmcorrectie mogelijk te maken.

Tip 3

Alarmparameters en -niveaus op monitors aanpassen2


Waarom: Door het instellen van alarmgrenzen en -niveaus die voldoen aan de specifieke eisen van individuele patiënten, kunnen onnodige alarmen worden teruggebracht.

Hoe: Op basis van de patiëntpopulatie (kinderen, longpatiënten etc.) van de afdeling de juiste alarminstellingen bepalen. Ontwikkelen van een beleid (en een procedure, inclusief het opleiden van medewerkers) dat verpleegkundigen de mogelijkheid biedt om alarminstellingen verder aan te passen zoals aangegeven op basis van de specifieke eisen van individuele patiënten.

Resultaat: De juiste standaardinstelling voor de afdeling vaststellen en deze aanpassen per patiënt, bespaart tijd en resulteert in nauwkeurigere alarmprestaties.

Miniatuur YouTube-video Alarmparameters en -niveaus op monitors aanpassen

Bekijk hoe Philips Alarmadviseur een arts waarschuwt als blijkt dat een waarschuwingssysteem van een patiënt is ingesteld met te gevoelige drempelwaarden.

Miniatuur een Medewerkers opleiden
Miniatuur twee Medewerkers opleiden

Tip 4

Medewerkers opleiden2


Waarom: Het opleiden van verpleegkundigen kan valse alarmen terugdringen en doeltreffend handelen stimuleren. Het zorgt bovendien voor consistentie in de responstiming en -maatregelen.

Hoe: Opleiden van medewerkers vóór, tijdens en na het implementeren van nieuwe protocollen en processen. Communiceren waarom er veranderingen worden doorgevoerd en hoe zij en hun patiënten hiervan profiteren. Ervoor zorgen dat medewerkers alarmsignalen kunnen herkennen en problemen kunnen oplossen.

Resultaat:
Opgeleide, getrainde en competente medewerkers kunnen beter onderscheid maken tussen alarmen waarop actie moet worden ondernomen en onnodige alarmen. Bovendien kunnen ze problemen sneller oplossen en efficiënter werken.

Tip 5

Patiënten voorlichten2


Waarom: Patiënten en familieleden kunnen waardevolle inzichten en perspectieven bieden voor het terugdringen van alarmmoeheid.

 

Hoe: Patiënten en hun familieleden voorlichten over de bewakings- en alarmsystemen die worden gebruikt en de rol die zij kunnen spelen bij patiëntveiligheid. Er bij hen op aandringen dat ze medewerkers informeren als er niet op de juiste manier wordt gereageerd op een alarm.

 

Resultaat: het betrekken van patiënten en familieleden zorgt ervoor dat zij de inspanningen van medewerkers en protocollen rond alarm management kunnen ondersteunen.

Aanmelden

Meld u aan voor meer informatie over het op een eenvoudige manier realiseren van een betere zorgomgeving

 

Schrijf u in voor exclusieve artikelen, casestudy's en inzichten van experts.

*

Contactinformatie

* Dit veld is verplicht

*
*
*
*
*
*
*
*
*

Door uw reden voor contact op te geven, kunnen wij u beter van dienst zijn.

We work with partners and distributors who may contact you about this Philips product on our behalf.

*
*

Final CEE consent

Alarm management:
word een expert

Philips is
er om u te helpen

Alarm management: de basis

Alarm management: de basis
Ontdek waarom alarmen niet alleen maar overlast geven.

Patiënten betalen de prijs

Ontdek waarom u uw patiënten moet beschermen

Patiënten betalen de prijs
Wat leidt tot alarmmoeheid?

Wat leidt tot alarmmoeheid?

Ontdek nieuwe feiten en benaderingen om een effectieve verandering te realiseren

Voetnoten:

 

[1] Philips. “Taking alarm management from concept to reality: a step by step guide”, geopend in 2017, https://www.usa.philips.com/b-dam/b2bhc/us/whitepapers/alarm-systems-management/An-action-Plan.pdf

[2] Cosper, P., et al. “Improving Clinical Alarm Management: Guidance and Strategies”, Biomedical Instrumentation & Technology, maart/april 2017, pag. 109–115.

You are about to visit a Philips global content page

Continue

You are about to visit a Philips global content page

Continue

U kunt onze website het beste bekijken met de nieuwste versie van Microsoft Edge, Google Chrome of Firefox.